Frauke blogt: "Na deze week geloof ik dat we klaar zijn om met onze dansers meer buiten de vertrouwde muren van Platform-K te treden. Is de danswereld ook klaar voor ons?"
Met onze dansvoorstellingen zijn dansers met een beperking zichtbaar op podia in binnen-en buitenland. Professionele training volgen buitenshuis dat is andere koek. Het vraagt aanpassing aan het tempo van de groep, de docent en gedragsregels. Daar waar we in creaties precies dezelfde verwachtingen stellen, bouwen we in creatieperiodes zelf tijd en ruimte in voor de noden van onze dansers: recuperatietijd om te slapen, gek te doen of te ventileren. Buitenshuis hebben we hier minder vat op. Maar dat hield ons niet tegen om een workshop bij Ultima Vez te volgen. Een nieuw huis, een andere cultuur, frisse inspiratie. Frauke schrijft over haar ervaringen met Platform-K danseres Hannah Bekemans tijdens een week danstraining met Ultima Vez-danser Iñaki Azpillaga.
Danser worden is een oneindig proces. Het werk is nooit gedaan. Het vraagt constant voeding om je als artiest te definiëren en te herdefiniëren. Binnen onze dansopleiding krijgen onze dansers dan wel input van verschillende gastdocenten en verschillende stijlen, het blijft toch binnen hun vertrouwde context. Hoog tijd voor ervaring op onbekend terrein!
Ik voegde daad bij het woord en schreef Hannah Bekemans (danst sinds 2015 bij Platform-K) in voor een intensieve stage bij Ultima Vez, het dansgezelschap van Wim Vandekeybus. Binnen onze groep dansers blinkt Hannah uit omwille van haar fysieke en creatieve mogelijkheden. Choreograaf Benjamin Vandewalle (Common Ground, 2018) complimenteerde haar met de uitspraak “Hannah is de beste improvisator die ik op dansvlak ontmoet heb,” en dat is terecht. Haar rijke verbeeldingswereld is een onuitputtelijke bron van bewegingen.
Zo gezegd, zo gedaan, dacht ik… Ultima Vez plaatste toch even vraagtekens toen ik erbij vertelde dat Hannah Down Syndroom heeft. “Volgen jullie dan niet beter de aangepaste workshop met Seppe Baeyens?” suggereerden ze. Niets tegen Seppe Baeyens. Integendeel, ik ben zeer enthousiast over zijn atelierwerking die diverse mensen binnenbrengt in het universum van Wim Vandekeybus. Maar Hannah is op dit punt echt gebaat bij danstechnische input: nieuwe bewegingen leren, sprongen, lifts, rollen, acrobatie. Datgene wat de workshop met Iñaki Azpillaga biedt. Ik begrijp dat ‘Down Syndroom’ assumpties oproept van hoe iemand functioneert in groep en als danser. Maar dan kennen ze Hannah nog niet. Overtuigd van haar kunde bezorgde ik bewijsmateriaal aan Ultima Vez: beelden van Monkey Mind, Common Ground, Hannah in onze danslessen. Niet veel later ontvingen we een gemotiveerde ‘go’ voor Hannah’s deelname. Yes! Een stap dichter bij een inclusieve danswereld.
De week is aangebroken. Hannah en ik maken ons klaar voor 5 dagen werken, zweten en doorbijten. Het oeuvre van Wim Vandekeybus staat gekend om zijn brute oerkracht, een bewegingstaal die gekenmerkt wordt door spanning, conflict, body versus mind, risico’s, impulsen, lichamelijkheid, passie, intuïtie en instinct (bron: website Ultima Vez). We zullen dus niet gespaard worden.
Iñaki Azpillaga doceert de week. Hij vervoegde Ultima Vez in de jaren ’90 en is sindsdien copain de route van Wim. Inaki’s ervaring als assistent in producties en als danspedagoog bij Ultima Vez maken zijn workshop een uitdagende kluif voor ons. (leer hier meer over Inaki)
Principes als: risico, gewicht geven en nemen, centrum van zwaartekracht, noodzaak, momentum, … staan centraal deze week. We kijken naar fragmenten van “What the body doesn’t remember” (1987) en gaan aan de slag met risicovolle oefeningen. We gooien schoenen naar mekaar tijdens een complexe combinatie van handelingen in duo’s en trio’s. De dreiging van een schoen die op je hoofd valt (in de voorstelling bakstenen) geven de oefeningen een urgentie. Nu of nooit. Het bewegen vanuit een interne impuls, vormt de core van Wims werk. Eerder dan hoe een dansbeweging er van buitenaf uitziet of het esthetische aspect. Als danser ben je vaak zo gefocust op hoe je je bewegingen zo ‘mooi’ of ‘interessant’ mogelijk kan maken, dat je je interne drive vergeet. De sensatie van iemand die je in al zijn brute kracht naar zich toe trekt of wegduwt, geeft de bewegingen en hele nieuwe dimensie. Voor Hannah is dit heel concreet en werkbaar. Ik zie de bewegingsprincipes resoneren in haar hele lijf. Ze leeft zich volledig in en geeft zich over aan het moment. Tijdens de workshop wordt het cerebrale aan de kant geschoven. We creëren niet vanuit het hoofd. Bij Ultima Vez primeert de ervaring, het doen, de relatie actie-reactie. Dat maakt deze aanpak zo behapbaar voor dansers met een verstandelijke beperking.
Er zijn weinig momenten waarop de lat fysiek te hoog ligt voor Hannah. Haar conditie is top en ze pikt snel op. Maar aan doorzetting ontbreekt het bij momenten. Ik vraag me af aan wat dat ligt?
Ik weet dat Hannah energie krijgt van in de kijker staan. Wanneer ze uitblinkt en daarvoor aangemoedigd wordt haalt ze werkelijk alles uit de kast. Ze wacht dan tot de laatste om een oefening voor te tonen, zodat iedereen haar goed gezien heeft. Applaus werkt voor haar als een rode lap op een stier. Maar is dat niet bij veel dansers het geval? Of op z’n minst iets waar elke danser van droomt, te worden bewierookt door heel het publiek. Bij dansers met Down Syndroom is dat niet anders, iets meer uitvergroot dat wel of op ‘ongepaste’ wijze tot uiting gebracht. In deze workshop leert Hannah haar plaats kennen. Ze wordt niet anders dan de anderen behandeld. Iñaki geeft de grenzen duidelijk aan en houdt Hannah bij de les. Het is wennen voor haar, maar ze neemt het. Beter van Iñaki dan van mij alleszins.
Voor mij is het zoeken naar een gepaste begeleidersrol. Hannah hamert erop dat ze geen begeleider nodig heeft. Ze staat op haar autonomie en wil verantwoordelijkheid als danser. Ze heeft tenslotte al een heel parcours afgelegd. Dat respecteer ik. Ik tracht haar hier zoveel mogelijk op te appelleren. Wanneer ze treuzelt bijvoorbeeld. Of wanneer ze afhaakt bij een uitleg over partnerwerk. In oefeningen die fysiek engagement vereisen is het risico jezelf of de andere pijn te doen reëel als je het niet juist doet. Net daarom is het zo belangrijk aandachtig te luisteren. Wanneer ze luidop loopt te zingen wanneer de rest van de groep zich individueel opwarmt, antwoordt ze: “Ik ben mijn stem aan het opwarmen”. Toegegeven, de stem is ook een deel van het lichaam, maar in deze workshop niet zo relevant. Het is zoeken hoe ik dit uitgelegd krijg zonder dat ze zich gecontroleerd of gelimiteerd voelt door mij. Ik ben geen gendarme, maar bewaak wel de professionaliteit waarmee we in de workshop staan. Ook wanneer ik merk dat ze een bepaalde oefening niet onder de knie krijgt en ik haar bijsturingen geef in de trant van “Probeer eens je knie in te draaien, zodat je vanzelf naar de grond gaat,” merk ik dat het gevoelig ligt. Ik ben op dit moment niet de lesgever, dus hoef haar niet te vertellen hoe het moet. Hoe zeer ik mijn woorden ook wik en weeg, het is effectiever als de feedback van Iñaki of één van de mededansers komt. Duidelijkheid in mandaat is belangrijk voor haar. In de pauze deel ik dit met Iñaki, die er de rest van de workshop subtiel op inspeelt.
Ook het gedrag van de andere dansers helpt om haar professionele attitudes te ontwikkelen. Spiegelen is voor veel mensen met Down Syndroom dé manier om te leren. Net daarom werkt een inclusieve context voor onze dansers.
Gedurende de week stel ik me geregeld de vraag of Hannah dit alleen zou kunnen?
De trein nemen is geen probleem. Van Metrohalte Osseghem naar de studio wandelt ze blindelings. Tijdens de pauzes handhaaft ze zich perfect en verbaal krijgt ze uitgelegd wat er in haar omgaat.
Maar wanneer tijdens de eerste dag Hannah’s portefeuille gestolen wordt in de kleedkamer ontstaat er een drama. Hannah blokkeert helemaal, overmand door verdriet en ongeloof. Ik krijg haar langs geen kanten mee terug de trein op. Het kost me tonnen empathie en energie om ingang te vinden bij haar. Na veel geduld en een theatrale scène besluit ze zich erover te zetten. Ze heeft de klik gemaakt in haar hoofd. Op zo’n momenten is begeleiding noodzakelijk. Het moment dat er iets anders loopt in het schema der gebeurtenissen triggert een kortsluiting. Om dit op te vangen is een vertrouwensfiguur nodig. Gelukkig verpest het incident onze moraal niet. Na een voormiddag op visite bij de politie van Molenbeek en een compensatie van Ultima Vez zijn de gemoederen gesust.
Op weg naar huis vraagt Hannah me “Wat is katapulteren in het Engels?”
De volgende dag ontdek ik in haar zelfgeschreven songteksten de zin “I push you. I throw you into space.” De workshop sijpelt binnen. In de pauze zie ik haar variaties maken op een ‘rups’ beweging. Niet zoals Iñaki ze voordeed, maar op haar eigen Hannah manier. Haar creativiteit brengt luchtigheid binnen. Precies op het moment dat we serieus aan het zwoegen zijn om de beweging correct te beheersen, ontsteekt er een welgekomen lach in de groep. Hannah heeft haar plek in de groep. Ze wordt geapprecieerd om wie ze is en gezien en uitgedaagd als danser. Deze constatatie frist mijn geloof op in de meerwaarde van onze dansers. Ze brengen iets nieuws, iets anders binnen in een werkproces, dat naast ondersteuning ook samengaat met humor en inspiratie.
Op het einde van de week zijn we K.O. Fysiek gaan we tot het uiterste en dat eist z’n tol. Blauwe plekken, geschaafde voeten, stijve spieren, … het hoort erbij. Ook dansers uit de compagnie gaan door tot het einde, ondanks de ‘pijntjes’, vertelt Iñaki. Hannah vertelt dat ze ooit “Monkey Mind” danste toen ze midden in de voorstelling moest overgeven en dit ‘op professionele wijze’ in de coulissen deed. Het besef dat je het niet voor niets krijgt als dansers is aanwezig bij Hannah.
Ook voor mij is deze week pittig. Na anderhalf jaar moederschaprust kan dit wel tellen qua comeback. Ik voel me sinds lange tijd terug sterk . Bovendien geeft de workshop me nieuwe ideeën voor onze danswerkplek. Ik stel mijn rol als begeleider in vraag. Hannah daagt me uit om een balans te vinden tussen loslaten, ruimte geven voor haar eigen research enerzijds en duwtjes geven, faciliteren anderzijds. Het is een boeiende week voor ons beiden.
Hoeveel ruimte Iñaki ook geeft aan speelsheid, eigen interpretatie en ervaring, mijn vraag blijft: “In hoeverre willen we onze dansers niet in een mal steken van verwachtingspatronen die wij, “niet-beperkte dansers/docenten/dansmakers” hebben?” Een context als deze vraagt namelijk aanpassing van Hannah. Haar natuur om te entertainen moet ze onderdrukken. Ik blijf er echter van overtuigd dat door hier niet constant aandacht aan te geven ze ook andere dingen ontwikkelt zoals concentratie, aandacht, … Zaken die nu eenmaal bij ‘danser zijn’ horen en mogelijk maken dat ze op danstechnisch en artistiek vlak groeit. Door haar te behandelen als volwaardig danser maken we dat mensen als Hannah tot zoveel meer in staat zijn dan waartoe de samenleving hen in staat acht. Rolmodellen zijn nodig om dit te geloven. Hopelijk kan Hannah dit doorgeven aan anderen.
Na deze week geloof ik dat we klaar zijn om met onze dansers meer buiten de vertrouwde muren van Platform-K te treden. Is de danswereld ook klaar voor ons? Na deze week zou ik denken van wel!
Hannah en ik nemen voor de laatste keer de metro van Osseghem naar Brussel-Centraal. “Precies in Parijs” begroet ze de accordeonspeler in het station en vrolijk, vol energie walst ze de roltrap naar omhoog. Tot de volgende, Ultima Vez!
Achtergrond
Voor dansgezelschap Ultima Vez is het werken met personen met een beperking niet vreemd. Danser Saïd Gharbi van “Les Ballets du Grand Maghreb” danste in mee in divers werk van Wim. Ook al had zijn beperking grote implicaties op het werkproces, in het resultaat draaide het niet om zijn beperking. Hij is gewoon één van de dansers op het podium.