“Embodying Diversity” - Lessen over zintuigen, intuïtief werken en grenzen
Doel van het symposium is een duurzame, diverse en inclusieve manier van werken implementeren binnen de Bachelor en Master Dans afdeling van het Conservatorium in Antwerpen. Dansers met verschillende lichamen en belevingswerelden verbinden vanuit gedeeld terrein: hun groei- en zoekproces als danser of zaadjes planten op vruchtbare bodem.
Als dansers onder de dansers
Net als de dansers in de bachelor/master opleiding zitten onze dansers volop in de ontwikkeling van hun artistieke identiteit en praktijk. Fysiek en intellectueel uitgedaagd worden, netwerken, diverse visies op dans leren kennen, het openrekken van hun begrip ‘dans’, … het maakt deel uit van hun leertraject. Het symposium biedt uitdaging op vele vlakken, zowel voor onze dansers en als voor ons als gezelschap. Het geeft relevante info over het functioneren van onze dansers in nieuwe contexten. Binnen de muren van Platform-K zijn ze vertrouwd met gastdocenten en makers. De gekende setting van de dansstudio en wij als bekende gezichten bieden continuïteit, voorspelbaarheid en structuur, wat van onmetelijk groot belang is voor onze dansers. Ze kennen er de ‘in en uit’, de routines, verwachtingen en codes.
Een context met nieuwe codes schudt hun vaste kaders doorheen. Dit is niet vanzelfsprekend, zeker niet voor mensen met een autisme spectrum problematiek. Vanuit Platform-K zien we dit soort ervaringen als noodzakelijke stappen in het weerbaar, werkbaar en vertrouwd worden met professionele danscontexten. We nemen hierbij een coachende rol op om de brug te slaan. En who knows, op dag zonder ons, met voldoende knowhow onder onze én de mededansers/makers/docenten om de verschillen en diversiteit ten volle te erkennen, begrijpen en belichamen.
Geblinddoekt
De workshop start met een geblinddoekte sessie o.l.v. blind danser Saïd Gharbi en Leif Firnhaber. Beide dansers leerden elkaar kennen bij dansgezelschap Ultima Vez.
We worden geblinddoekt en geleid naar de dansstudio. Het voelt vreemd aan. Ik verstar bij het wegvallen van mijn zicht, dat zo’n fundamenteel referentiepunt blijkt. Saïd spoort aan extra bewust te worden van het gehoor, tastzin… en te zien vanuit de ruimte achter je oogleden. Daar waar verbeelding en fantasie huizen.
Ondersteund door auditieve signalen - iedereen maakt zichzelf kenbaar door een zacht geluid - en de hand vooruitgestoken als bescherming, kom ik van mijn plaats. Voorzichtig, bijna angstig, tast ik de ruimte af. Daarbij bots ik vanzelfsprekend op andere tastende dansers, maar nooit frontaal en nooit hard. De zaal is gevuld met zachtheid en concentratie. Echt voluit bewegen doe ik niet, maar ik ontdek nieuwe kwaliteiten in mijn beweging, die klein en behoedzaam ontstaan uit tijd en ruimte binnenin. De andere zintuigen worden extra alert en nemen het over van mijn zicht. Het contact met mededansers voelt extra intens. Mijn huid is sensitief en registreert elke aanraking als een exacte afdruk. Na een jaar van fysieke afstandelijkheid blijft deze sensatie hangen. Ik neem de open mind & body mee in de rest van de week.
No hiërarchy of movement
Anna en Sarah, twee Platform-K dansers, volgen de workshop met Francesca en Susanna Recchia, twee Italiaanse zussen die respectievelijk in Zwitserland en Italië wonen en pendelen tussen optreden, lesgeven, repetitie-regie, mentorschap en artistiek onderzoek (Susanna) en academisch onderzoek en schrijven (Franscesca). De workshop genaamd “Exploring the multifaceted space of the poetic” nodigt reflectie uit door middel van beweging, tekenen, schrijven en spreken. De insteek van reflectie is interessant voor Anna en Sarah. Ze zijn beiden op zoek naar hoe ze het ‘doen’ kunnen overstijgen. Elk op hun manier. Voor Anna is tekenen een tweede natuur. Verwerken van wat we in repetities en danstrainingen doen verloopt via haar schetsboek. Tekeningen vormen inspiratie voor haar dans. Sarah is op haar beurt bezig met een traject als co-dansdocent. In de instroomgroep versterkt ze mij door ideeën te geven en opdrachten (mee) te begeleiden. Ik stimuleer haar om ideeën en dansmateriaal vast te houden, zodat ze deze niet telkens opnieuw moet uitvinden. Via een notitieboekje, kernwoorden of een Spotify muzieklijst.
Het ordenen van je gedachten en inspiraties maakt deel uit van je praktijk als danser, maker of docent. Of zoals Susanna zegt: dansers kunnen meer dan enkel bewegen, ook reflecteren en redeneren is what we do.
Uiteindelijk blijkt de workshop intuïtief te zijn met ruimte voor verschillende interpretaties.
De week krijgt vorm door groepsvoorstellen, gefaciliteerd door vragen (en weinig antwoorden) van Francesca en Susanna:
“Who are you today?”
“What do you do when you don’t know what to do?”
“What is poetry?”
Ze geven voedingsstof aan de lange improvisaties in groep. De virtuositeit en technische bagage van de Conservatorium dansers is impressionant. Sarah en Anna laten zich er niet door intimideren. Integendeel, gretig op zoek naar fysiek contact gooien ze zich in de groep. Met veel vertrouwen en zonder schroom zoeken ze de zwaartekracht en andere lichamen op. Anna hangt ondersteboven aan een mededanser. Sarah is verwikkeld in een duet dat snaren raakt. Op zo’n momenten voel ik me compleet overbodig. Als ‘dansers onder de dansers’ bewegen ze zich op hun manier virtuoos, met een bewustzijn, lef en hun eigen signatuur. “No hiërarchy of movement” rolt uit Susanna’s mond. Hoe elke beweging zijn bestaansrecht heeft in een open improvisatie. Hoe klein, spectaculair, complex of simpel ook.
Bij de reflectiemomenten is mijn rol als coach nodig. Vertaling van taal is één ding.
Engels is de voertaal. Er zijn minstens even veel talen als dansers.
In de zoektocht naar verstaanbaarheid en eigenaarschap voor iedereen vertaal ik zoveel mogelijk.
Of toch tot zover noodzakelijk om de essentie te begrijpen. Het leidt tot het (door Wietse Vendrig) uitgevonden woord ‘nieuwsgulzigheid’ dat de lading beter dekt dan ‘nieuwsgierigheid’, als vertaling van ‘curiousity’. Daarover zijn we het allen eens.
Een inclusieve danspraktijk betekent ook een abstractieniveau overstijgen. Dansvocabularium staat bol van abstracte begrippen. Die vragen soms duiding via visualisaties of beeldtaal, zonder noodzakelijk te versimpelen of abstracte taal te vermijden. Ook onze dansers leren zich uitdrukken in vakjargon. Vertaling vraagt een alertheid en tijd, zonder dat dit het groepsproces belemmert. Het is een uitgesproken nood bij onze dansers, maar niet exclusief bij hen. Zo komt er een collectieve ‘aha’ als Anna meer uitleg vraagt rond een vage dansopdracht. Onze dansers installeren een vertraging die bij momenten ook zinvol is voor anderen.
Een danseres met autisme zei me ooit “Zeg me gewoon: deze opdracht is vaag. Dan kan ik ermee verder.” Zo simpel kan het soms zijn.
Er zijn momenten in deze workshop dat ik het vertalen bewust loslaat. Wanneer ik zie dat Anna en Sarah met beperkte info hun draai vinden. Soms biedt taal geen toegevoegde waarde en ontstaat poëzie in het moment, vanuit het niet-begrijpen. In improvisatie is elke interpretatie legitiem.
De vier dagen zijn naast vele momenten van niet-begrijpen, wachten op ‘iets’ dat ontstaat, vooral een gift. Susanna en Francesca faciliteerden ‘een gemeenschappelijk archief van betekenisvolle momenten’, zoals ze het zelf noemen. Deze week zat er vol van.
(On)gepast?
Platform-K dansers Oskar en Tomas volgen de workshop met Andrew Graham en Anne-Gaëlle Thiriot van “L’autre maison”, inclusief dansgezelschap uit Marseille (FR). Beide dansers-makers leerden mekaar kennen bij Candoco Dance Company uit UK. Hun workshop is een combinatie van vrije improvisaties, choreo en compositie maken. Horizontaal beslissingsrecht binnen de groep als werkmethode. Hoe creëer je in een week een tijdelijke gemeenschap?
Oskar en Tomas voelen zich als een vis in het water. Brechts aanwezigheid als coach beperkt zich tot het minimale: subtiele bijsturingen op de vloer (snel iets influisteren) en vertalen van Engels. Als snel neemt de groep die verantwoordelijkheid mee op.
De vrijheid stimuleert creativiteit maar laat ook grenzen vervagen. In het midden van de week intervenieert Brecht in een open impro, die onbewust op de spits gedreven is onder impuls van Tomas en Oskar. Er ontstaat een moment waarop een danseres aanbeden wordt door haar mannelijke mededansers. Het start ludiek, maar de danseres voelt zich zichtbaar niet op haar gemak als Oskar en Tomas haar haren blijven aanraken en besnuffelen. Ze voelen haar grens niet aan en zelf worstelt ze om die aan te geven. Uiteindelijk mengt Andrew Graham zich. Nadien volgt er een gesprek met Oskar, Tomas en Brecht, en polst Brecht bij de danseres in kwestie naar haar welbevinden. Het toont nog eens het belang van consent bij aanraking, iets waar onze dansers niet altijd notie van hebben. Erover spreken met hen is onze taak. Anderzijds is het belangrijk je eigen grenzen kenbaar te maken, ook al is dit ten opzichte van iemand met een beperking. Ik merk dat hier nog een taboe op rust. Als één van de dansers bij Platform-K mij ongewenst aanraakt aan mijn borsten of kont, laat ik dit merken. Het behoeft duidelijkheid.
Het schakelen tussen verschillende contexten en bijpassende gedragsregels is geen evident gegeven.
Onze dansers komen in een context binnen waar samen omkleden, losse omgang in de pauzes, mekaar knuffelen, op het dak lopen, … de norm lijkt. Wanneer ze dan van ons horen dat dit niet kan in een repetitie/werkmoment is dit verwarrend. Of hoe Tomas één van zijn mededansers aanspreekt op “Bij ons mag je tussen dansopdrachten niet neerzitten. Daar word je lui en moe van.”
Het denken in kaders en duidelijke afspraken hoort bij bepaalde beperkingen. Grijze zones aangeven en nuanceren vergt tijd en spreken erover. We kunnen van hen niet verwachten dat ze even vlot switchen en dezelfde voelsprieten hebben. Wel kunnen we ze uitdagen en tools geven.
Sowieso is dit een leermoment voor iedereen. Voor ons als brugfiguur roept het vragen op als:
Wat kan je vermijden door bepaalde eigenschappen en afspraken rond onze dansers vooraf te expliciteren naar de groep? Hoe ben je aanwezig en beschikbaar zonder dwingend te zijn? En tot welke mate laat je persoonlijke vrijheid toe? Tot het moment dat vrijheid of veiligheid van anderen in het gedrang komt, lijkt ons. Duidelijk voer voor gesprek.
‘’We are simple-minded enough to think that if we were saying something we would use words.”
- John Cage
Samenwerking in dans daagt ons uit in andere hoofden en lijven te kruipen. Het zoeken naar hoe iedereen de wereld percipieert is mijn inziens het interessantste dat er bestaat. Deze week heeft dit ruimschoots ingevuld. Bedankt aan Nienke Reehorst, Departement Dans van het Conservatorium van Antwerpen en Kunstencampus DE Singel om werelden te verbinden.
Blog door Frauke Seynnaeve, danscoach / coördinatie dansopleiding Gent