Residentie Hannah Bekemans en Zoë Demoustier (2023)
Platform-K danser Hannah Bekemans en choreografe Zoë Demoustier gingen samen een maand lang op residentie, verdeeld over vier verschillende locaties: De Grote Post in Oostende, VIERNULVIER en Campo in Gent, en P.A.R.T.S. in Brussel. Geïnspireerd door iconische danstukken uit de jaren '80 van Vlaamse choreografen zoals Anne Teresa De Keersmaeker, Alain Platel en Wim Vandekeybus, bekeken ze opnames van invloedrijke stukken zoals 'Rosas danst Rosas' en creëerden ze hun eigen interpretaties. Hannah liet haar fantasie de vrije loop en samen met Zoë bracht ze een nieuwe uitvoering die bruggen sloeg tussen verleden en toekomst. De residentie werd afgesloten met een toonmoment op hun laatste stop, dansschool P.A.R.T.S. in Brussel. Kort daarvoor gingen we we nog samen in gesprek.
Ik probeer mezelf te verfijnen. Wat bedoel ik eigenlijk met mijn eigen dans? Hoe kan ik dat allemaal uiten? Hoe kan ik dat nog meer laten ontploffen? Ik wil nog meer vonkjes creëren, spontaan zijn. - Hannah
Dag Hannah, dag Zoë. Het is voor Hannah de eerste residentie en voor Zoë de eerste samenwerking met Platform-K. Hoe is het allemaal begonnen?
Hannah: Toen ik hoorde dat ik een residentie mocht doen, vond ik het vooral heel spannend. Het is allemaal nieuw: een nieuwe persoon leren kennen, mijn eerste residentie... De eerste keer dat we elkaar zagen, was de eerste werkdag. Heel spannend, maar ook heel inspirerend!
Zoë: Onze ontmoeting zou ik beschrijven als ‘sparkling’. Het was meteen heel intens. We hadden niet veel tijd nodig om elkaar aan te voelen, om te verbinden. Er was meer tijd nodig om te voelen hoe we allebei werken en hoe we elkaar daarin kunnen ondersteunen. Wat zijn Hannah haar ‘knoppen’, waarvan gaat ze ‘aan’? Ik heb iets in mijn hoofd, hoe krijg ik haar daar? Maar de grootste ontdekking was natuurlijk hoeveel zij zelf aanlevert, dat ik nooit had kunnen bedenken. En om dat voor mezelf ook toe te laten, niet op voorhand te willen sturen.
Rond welke thema’s en gevoelens werken jullie?
Hannah: Emoties. Smekende gevoelens.
Zoë: Ik ben zelf onderzoek aan het doen rond werken van de jaren ‘80, ‘90, de tijd waarin wij allebei geboren zijn, en wat dat materiaal vandaag betekent. Ik was benieuwd wat dat voor een danser vandaag betekent: welke bagage heeft die mee, welke referenties kent een jonge danser nu nog uit die tijd?
Hannah: Het is een beetje ‘van oud naar nieuw’.
Zoë: Ja, dat is een goede vertaling! Hoe ga je van oud materiaal naar nieuw materiaal? Ik heb mijn eigen ideeën daarover, maar ik ben benieuwd wat Hannah daar dan uitpikt, hoe actueel het is vandaag, hoe relevant of misschien zelfs superrelevant, en hoe we daar met andere lichamen en een andere blik mee omgaan.
Staan jullie veel samen op de vloer?
Zoë: De opwarming doen we samen. Hannah staat veel alleen op de vloer met improvisaties, waarop ik dan feedback en instructies geef. Hannah is supergoed in improviseren. Samen zoeken we een manier om bij die improvisaties bepaalde kapstokken te installeren om te zorgen dat die improvisatie steeds terugkomt bij de dingen waar we aan hebben gewerkt. Zodat het geen wilde fantasietocht wordt, maar dat de thema’s en technieken waarrond we werken ook deel kunnen worden van de improvisaties. De laatste dagen zijn we meer samen op de vloer gegaan en dat is ook heel leuk. Speels. Voor mij een moeilijke rol, omdat ik dan niet meer naar Hannah kan kijken, maar daardoor begrijp ik dingen soms ook beter. Af en toe geeft Hannah ook een opwarming of opdracht, die wisselwerking is belangrijk. Zeker voor deze residentie is het heel erg elkaar leren kennen.
Hannah: We leren allebei opnieuw bij, dat is super interessant.
Hannah, jij schrijft ook graag, hoe maakt dat deel uit van dit proces?
Hannah: We houden een logboek bij, en ik schrijf veel teksten over hoe ik me voel in de wereld, wat we hier doen... Ik wil graag reizen door mijn dans. Als ik op de vloer sta, voel ik de vonkjes in mijn lijf. Voor een publiek staan, je laten verrassen, spelen met je expressie... Ik vind het heel interessant om te onderzoeken wat er nog meer in mij zit, en dat probeer ik te doen door improvisatie of teksten. Daarin steek ik al mijn gevoelens. Als ik iets niet kan uiten of durf tonen, uit ik dat in een tekst.
Zoë: We hebben nu super goede dagen gehad, maar er zijn ook al dagen geweest die iets moeilijker waren, waar Hannah heel hard in haar hoofd zit. Dat is ook jouw talent, het analyseren en kijken naar de wereld en schrijven. Soms op de vloer kan dat jou tegenhouden, omdat het je even vastzet. Dan zoeken we samen: hoe gebruik je het om terug in beweging te komen, om een nieuwe start te maken?
Hannah, jij hebt al veel voorstellingen gedanst. Wat is voor jou het grootste verschil tussen een voorstelling maken en een residentie?
Hannah: Als ik met veel andere mensen op de vloer sta, voel ik me een beetje klein. Bij een residentie voel ik me veel groter. In de residentie durf ik meer uit mijn comfortzone stappen omdat er geen andere mensen bij zijn. Dat geeft veel verrassingen, dat geeft vuurwerk.
Zoë: Het is ook een bijzondere setting en dat vond ik ook spannend. We zijn echt 1 op 1 aan het werken – of 2 op 1 met Fanny. Maar in een heel kleine setting dus. Ik heb nog nooit zo lang met 1 persoon elke dag samengewerkt. Ik kan me voorstellen dat het voor jou ook anders aanvoelt omdat je daar alleen staat. Als je met een groep op de vloer staat, haal je ook inspiratie en energie uit de anderen. Als je alleen staat, kan je je niet verschuilen achter andere dansers, je moet het wel echt aangaan. We proberen het hier zo veilig mogelijk te maken, zodat je dat ook kan doen.
Hannah: Ik probeer mezelf te verfijnen. Wat bedoel ik eigenlijk met mijn eigen dans? Hoe kan ik dat allemaal uiten? Hoe kan ik dat nog meer laten ontploffen? Ik wil nog meer vonkjes creëren, spontaan zijn. Dat lukt niet altijd, maar met Zoë voel ik dat we 1 geheel zijn.
Wat gaat jullie het meest bijblijven van de residentie?
Hannah: De persoon Zoë. Ik ga haar missen, we zijn echt vriendinnen geworden. De beste collega die ik al heb gehad!
Zoë: Hannah is heel goed in je verrassen. Dat blijft me het meest bij: dat ze iemand is die mij verrast op heel veel verschillende vlakken. Niet alleen als persoon, hoe ze naar de wereld kijkt, maar ook hoe ze op de vloer staat. Het materiaal waar ze mee afkomt, het dansmateriaal, haar improvisaties... Hoe ze anders kijkt naar de dingen dan ik. Dat geeft me terug heel veel plezier in maken, wat ik soms wel een beetje kwijt ben.
Ik zie dat het een goede match is tussen jullie! Weten jullie waarom jullie samengebracht zijn?
Zoë: Ik weet nog toen ik Inge ontmoette en haar sprak, dat ze zei: ‘ik voel het wel, een samenwerking tussen jou en Hannah’. Maar ik heb Hannah pas ontmoet op de eerste werkdag, dat was zo spannend. Toen ik haar de eerste keer aan het werk zag, dacht ik: ‘Wauw, jij hebt zoveel fantasie en gekheid, pas ik daar wel bij?’ Want dat is niet mijn sterkte. Maar blijkbaar matcht dat wel.
Jullie vullen elkaar mooi aan dus. Hoe heeft de samenwerking jou beïnvloed als maker, Zoë? Zijn er dingen die een blijvende invloed gaan hebben op jouw proces?
Zoë: Ja, tuurlijk. Ik denk dat je altijd best wat dingen meeneemt. Hier gaat het voor mij vooral over communicatie. Hoe formuleer je iets, hoe krijg je iemand ergens? En bij Hannah moet dat nog veel gerichter zijn. Het gaat over de juiste taal. Het kan niet te vrijblijvend zijn. Waar je anders iets sneller denkt ‘we proberen eens iets’, moet je hier concreter zijn – en daarbinnen toch ook ruimte laten voor het onverwachte, voor een andere blik. De samenwerking is ook een soort spiegel voor mezelf. Hannah haar plezier, haar totaal gaan voor iets. Als Hannah aan gaat, gaat ze écht aan. Ik ben zelf gewend om vanuit een soort ‘steadiness’, en daardoor misschien ook met iets meer voorzichtigheid, op een vloer te staan. Daarnaast merk ik ook dat de atletische lijven, die je ergens verwacht op de scène, dat die mij steeds minder zeggen. Die kunnen me minder raken. Terwijl, toen ik hier daarnet binnenkwam, was Hannah al aan het dansen. Gewoon, in de pauze. En dat zijn dingen die mij wél raken. Ik voel dat er echt een noodzaak is om te dansen. Hannah is dans, en dans is Hannah.
Als jullie de residentie allebei in 1 woord moeten samenvatten, wat zouden jullie dan kiezen?
Zoë: Verrassing. Hannah was van het begin super professioneel, ik dacht meteen: wauw, zij kan mij heel veel leren. Ze heeft al zo veel bagage, dat zorgt dat er echt een Hannah-ingrediënt is. Elke samenwerking is anders, en elke samenwerking laat je groeien. We kijken naar wat ze al gedaan heeft, wat ze daar heeft laten zien en welke smaak, welk ingrediënt wij er samen aan kunnen toevoegen om haar pallet nog breder te maken.
Hannah: Inspiratie. Dat voelde ik vanaf het begin.
WIE IS ZOË?
Zoë Demoustier (1995) is een veelzijdige Belgische performer en choreografe. Ze verkent actuele en maatschappelijk betrokken thema's door middel van beweging, waarbij ze documentaire choreografieën creëert. Haar werk omvat samenwerkingen met diverse kunstenaars, waaronder Kabinet K en Michiel Vandevelde. Zoë heeft bijgedragen aan voorstellingen zoals "Unfolding an Archive" en "Road to Nowhere". Als ambassadeur voor Dance Day 2021 creëerde ze "Tomorrow's Dance Makers" in samenwerking met De Zendelingen. In 2022 startte ze als choreografe bij Ultima Vez.
WIE IS HANNAH?
Hannah Bekemans is sinds 2015 toegewijd aan dans en artistieke training bij Platform-K, waar ze onder andere les kreeg van gerenommeerde choreografen en dansers zoals Laura Vanborm, Nicolas Vladyslav, en Michiel Vandevelde. Ze heeft deelgenomen aan diverse dansstages, waaronder de summerschool van les ballets C de la B, workshops bij Ultima Vez en StopGap Dance Company, en projecten zoals de residentie 'Common ground' onder leiding van Benjamin Vandewalle. Hannah's danservaring omvat ook deelname aan opvallende projecten, waaronder het massaspectakel 'Sacre du Printemps' onder regie van Alain Platel in het kader van de Dag van de Dans in 2018, en 'What We Can Do Together', door Lisi Estaras.